De algemene aanbeveling vanuit de overheid is om borstvoeding minimaal zes maanden vol te houden. De keuze van het wel of niet geven van borstvoeding is aan jou. Misschien wil je het wel maar lukt het niet. Als je als vrouw een groeistoornis hebt kun je gewoon borstvoeding geven. Als je baby een groeistoornis heeft kan het KNO-gebied iets anders zijn.
Als je problemen hebt met het geven van borstvoeding, kan een lactatiekundige je helpen. Een lactatiekundige is geschoold in de borstvoedingswetenschap. Vaak zijn ze vrijwilligster geweest bij een borstvoedingsorganisatie en hebben ze veel ervaring. Ze kunnen je daardoor goed helpen. Soms kan een simpele tip al genoeg zijn om je problemen op te lossen.
Frustrerend
Een kleine vrouw vertelt:
“De borstvoeding ging gewoon niet goed. Enerzijds omdat ik de keizersnee heb gehad en anderzijds, ik kan me gewoon minder goed bewegen. Achteraf gezien had ik misschien beter meteen de fles kunnen gaan geven, maar dat was ook echt super frustrerend. En als je dan hoort van, dat lukt je niet en bla bla bla dat je denkt van, straks lukt het me inderdaad niet. Want als het niet zo’n issue zou zijn, dan zou je jezelf echt zoveel besparen. Ik denk helemaal als je een groeistoornis hebt of een andere handicap, want je maakt het je gewoon makkelijker als het niet perse hoeft.”
Speciale speen
Een kleine man vertelt:
“De overgang van borst- naar flesvoeding verliep niet direct vlekkeloos. Ons kind had veel moeite met drinken en dronk op een gegeven moment zelfs te weinig. Hij kon moeilijk ademhalen. Of dat lastige drinken te maken had met zijn apneu die regelmatig voorkomt bij kinderen met deze groeistoornis weten we niet zeker. Feit is dat het veel beter ging toen we een speen met een groter gat (voor een papfles) gingen gebruiken.”